info@trappenmakerij.nl 071 541 7338
snowman-wallpaper1

Grenen

Grenen

Europees grenen is een naaldhoutsoort, bevat noesten en is relatief zacht. De kleur wordt na verloop van tijd geelbruin tot roodbruin.

Grenen hout

Andere namen:
Archangel, Duits, Fins, Inlands, Noors, Pools, Zweeds grenen, pijnboom, grove den, mastboom (Nederland), pin rouge, (rood) grenen, pin sylvestre, pin du Nord, Noords grenen (België), Kiefer, Föhre, Forle, Forche, (Duitsland), mänty (Finland), pin sylvestre, pin rouge (Frankrijk), Scots pine, redwood, European redwood, Swedish redwood enz., red pine, Scots fir{*}, Norway fir{*}, red- of yellow deal (Groot-Brittannië), pino silvestre, dasa, dausol, teun, pino salvatico (Italië), sosna, cocna (Sovjetunie), furu (Zweden).
{*} Verwerpelijke naam.
Botanische naam:
Pinus sylvestris L., P. spec. div..
Familie:
Pinaceae.
Groeigebied:
Europa, Noord-Azië.
Boombeschrijving:
Hoogte circa 30 m, maximaal 40 m hoog. De rechte cilindervormige takvrije stam is ongeveer 20 m lang en heeft een diameter van 0,6-0,9 m, soms zelfs 1,2 m. De boomnaam, in Nederland grove den of pijnboom genaamd, wijkt daar bijzonder af van de naam van het hout.
Aanvoer:
Gekantrecht hout. Doordat Europees grenen (samen met vuren en dennen) in Nederland en andere landen een belangrijk en veel aangevoerd bouwhout is, zijn, behalve voor rondhout, de handelsafmetingen voor het uit Noord- en Midden-Europa geïmporteerde hout genormaliseerd. Inlands grenen wordt als rondhout, gekantrecht hout en als halffabrikaten op de markt gebracht.
Houtbeschrijving:
De kleur van het verse kernhout is lichtbruin. Na verloop van tijd wordt het donkerder en varieert dan van geelbruin tot roodbruin en steekt scherp af tegen het 50-100 mm brede spint dat wit tot lichtgeel van kleur kan zijn. Het spint kan soms, meestal plaatselijk, enigszins donkerder dan normaal gekleurd zijn. Dit komt door de aanwezigheid van drukhout (reactiehout), dat als een natuurlijk gebrek moet worden gezien. In het kernhout valt deze afwijking met het blote oog vrijwel niet te constateren. Evenals de andere naaldhoutsoorten uit de gematigde luchtstreken vertoont grenen een duidelijk verschil tussen het licht gekleurde vroeghout en het donkerder gekleurde laathout. Op kwartiers gezaagd hout geeft dit een streeptekening te zien en op dosse gezaagd hout een vlamtekening. Grenen is harshoudend. Soms kunnen de harsgangen als uiterst fijne streepjes worden waargenomen. Op de langsvlakken kunnen soms opvallende donkerbruine, onregelmatig gevormde kleverige vlekken voorkomen. Deze worden veroorzaakt door het hoge harsgehalte dat plaatselijk in het weefsel aanwezig kan zijn. Vers gezaagd of geschaafd hout verspreidt een aangename hars- of terpentijngeur. Deze geur verdwijnt op den duur, maar als oud hout opnieuw wordt bewerkt, ruikt het weer als nieuw. Grenen dat afkomstig is van aanplantingen (vrijwel al het grenen dat tegenwoordig wordt aangevoerd) bevat een groot percentage spint, aangezien de pijnbomen pas op circa 25-jarige leeftijd kernhout gaan vormen. Uit onderzoek is gebleken dat de mechanische eigenschappen van grenenspint niet onderdoen voor kernhout. Europees grenen heeft een zeer groot groeigebied met zeer verschillende klimatologische omstandigheden. Als gevolg hiervan treedt er een grote variatie op in groeiringbreedte, volumieke massa, grootte van de cellen, celwanddikte en aantal en grootte van de kwasten.
Houtsoort:
naaldhout
Draad:
Recht.
Nerf:
Fijn.
Volumieke massa:
(320-)500- 520-540(-800) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 450-1000 kg/ m3. De volumieke massa is sterk afhankelijk van de groeiomstandigheden en van de hoeveelheid hars die in het hout aanwezig is.
Werken:
Middelmatig.
Drogen:
Snel, maar heeft de neiging bij de kwasten te splijten. Dik hout uit hartgekloofde delen moet voorzichtig worden gedroogd om te voorkomen dat het dosse vlak hol gaat trekken en scheuren. Het spint is gevoelig voor blauwschimmel en aanbevolen wordt Europees grenen zo spoedig mogelijk na het zagen te drogen.
Bewerkbaarheid:
Europees grenen laat zich, zowel met de hand als machinaal, vrij gemakkelijk bewerken. Vooral de groeiringbreedte, de grootte en het aantal kwasten heeft een grote invloed op de bewerkbaarheid. Vooral fijnjarig hout laat zich goed bewerken. Bij bewerking van grof snelgegroeid grenen zal bij gebruik van minder scherp gereedschap een enigszins vezelig oppervlak worden verkregen. Bij bewerking van harsrijk hout kan de hars aan de gereedschappen blijven kleven.
Spijkeren en schroeven:
Goed.
Lijmen:
Goed, alleen slecht bij zeer harsrijk hout. Aanbevolen wordt het hout direct na de eindbewerking te lijmen, omdat in een warme omgeving de hars kan uitzweten wat een slechte hechting tot gevolg heeft. Is dit toch gebeurd, dan moet voor het lijmen het hout worden \”ontvet\”.
Buigen:
Niet bekend.
Oppervlakafwerking:
Goed, met uitzondering van afwerkmiddelen op polyesterbasis waarbij de filmvorming kan worden gehinderd door de aanwezige hars. Aanbevolen wordt kort voor het aanbrengen van een oppervlakafwerkmiddel het hout eerst te ontvetten, bijvoorbeeld met thinner.
Duurzaamheid:
Kernhout
Schimmels 3-4.
Termieten G.
Hylotrupes G.
Anobium G.
Voor het vrijwel altijd aanwezige licht gekleurde spint geldt, net als voor het spint van vrijwel alle houtsoorten, dat het niet duurzaam is (duurzaamheidsklasse 5).
Sterkteklasse:
Europees grenen is volgens NEN 5498 ingedeeld in sterkteklasse:
– K17 (kwaliteitsklasse C, KVH 2000).
– K24 (kwaliteitsklasse A/B, KVH 2000).
Impregneerbaarheid:
Kernhout 3-4.
Spint 1.
Bijzonderheden:
De twee enige grenensoorten waarvan het natuurlijke groeigebied zich zuidelijk van de evenaar bevindt zijn Pinus kesiya Royle ex Gordon (khasya pine) en Pinus merkusii Junghuhn & de Vriese (merkus pine). Hout wat van deze soorten wordt aangeboden, zal vrijwel uitsluitend uit aanplant afkomstig zijn en voornamelijk uit spint bestaan. Eigenschappen en toepassingen komen grotendeels overeen met het spint van Europees grenen.
Toepassingen:
Europees grenen kan voor veel doeleinden worden toegepast. Voor welk gebruik het geschikt is, hangt, vooral bij grenen, voor een groot deel van de kwaliteit af. Indien grenen buiten wordt gebruikt, verdient het aanbeveling, in verband met het vrijwel altijd aanwezige niet-duurzame spint, het hout te verduurzamen. Grenen wordt gebruikt in de bouw voor binnenkozijnen, ramen, deuren, binnen- en buitenbetimmeringen en balkhout. Bekend zijn de kwartiers (rift) gezaagde vloeren. In de botenbouw voor huidbeplanking, masten, roeiriemen en spanten. In de waterbouw als steigerdekken, paalhout, damwand en gordingen. Grenen met smalle groeiringen wordt gebruikt voor meubelen. Andere toepassingen zijn dwarsliggers, mijnhout, pallets, kisten en kratten, houtwol, papier, boompalen, hekpalen, speeltoestellen, fineer voor de triplexindustrie enz.
Kwaliteitseisen:
Voor Europees grenen is in 1998 een Nederlandse norm verschenen in de serie Kwaliteitseisen voor hout (KVH 2000), NEN 5466 Houtsoorten Europees vuren, Europees grenen en Europees Lariks.
Europees grenen wordt genoemd in de volgende normen en richtlijnen:
– KVT 1995, Kwaliteit van houten gevelelementen. Dit betekent dat met Europees grenen kozijnen met KOMO-productcertificaat kunnen worden vervaardigd. Als nadere eis geldt voor naaldhout met dat zichtbaar spint uitsluitend binnen de glaslijn mag voorkomen. In niet-gelamineerd hout zal blijken dat aan deze eis over het algemeen voor Europees grenen niet voldaan kan worden, op grond van verkrijgbaarheid van de daarvoor vereiste houtmaten met voldoende kernhout.
– Beoordelingsrichtlijn (BRL) 0601 Houtverduurzaming onder vacuüm en druk. Betreft de impregneerbaarheid van de houtsoort.
– Beoordelingsrichtlijn (BRL) 1701 Gelijmde dragende houten bouwconstructies.
– Beoordelingsrichtlijn (BRL) 1704 Gevingerlast hout en verlengd plaatmateriaal.
– Beoordelingsrichtlijn (BRL) 2301 Naaldhout.
– Beoordelingsrichtlijn (BRL) 2351 Mestbassins van hout.
– Beoordelingsrichtlijn (BRL) 2905 Gezaagd Europees naaldhout voor waterbouwkundige toepassingen.
– Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9021 Houten buitenbergingen.